“… Hij (Jezus) predikte het Evangelie van het Koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk.” (Mat. 9:35).
“… Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen, en onze ziekten gedragen.” (Mat. 8:16-17).
Jezus liet als mens, hoewel Hij ook nog steeds God was, op aarde zien hoe het is om in verbinding met de Vader te leven en de werken van het Koninkrijk te doen. Juist hierdoor liet Hij zien dat het voor ons als mensen ook mogelijk is om Hem hierin te volgen.
Jezus deed alleen de dingen die Hij de Vader zag doen. Hij liet de hele verantwoordelijkheid en eer van datgene wat Hij demonstreerde, bij de Vader.
In Lukas 10 geeft Jezus de tweeënzeventig volgelingen de opdracht naar iedere stad en plaats te gaan en zegt daarna: “genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: ‘Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt.’” (Luk. 10:9).
Terwijl het werk van Jezus op aarde er net op zat, begon het werk van de discipelen juist. Deze twijfelachtige en koppige discipelen veranderden in krachtige getuigen. De Heer hielp hen in het getuigen door hun verkondiging kracht bij te zetten met de bijbehorende tekenen, zoals wonderen.
Gaven, gegeven door de Heilige Geest zijn gereedschappen om de ander te dienen (1 Kor. 12:7). Genezing is één van deze gaven. Maar uiteindelijk gaat het niet om de gaven, maar om de Gever!