Bemoediging is, naast het feit dat het bovenal fijn is om te horen, bovennatuurlijk van aard, omdat het de echte antwoorden, van de hemel, daadwerkelijk vrijzet op aarde. We zetten een hemelse waarheid en erfenis vrij, als wij deze woorden van bemoediging uitspreken. “Door het woord van de HEER is de hemel gemaakt, door de adem van zijn mond het leger der sterren.” (Ps. 33:6 NBV). Bij God wordt iets geschapen door te spreken.
En zoals het zo mooi in Spr. 18:21 staat: “Dood en leven zijn in de macht van de tong.”
“Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen.” (Ef. 4:29). Bemoedigende woorden zijn als genadezaadjes in het leven van de ontvanger. Ze bewerken transformatie, doordat Gods gunst door ons wordt vrijgezet. De definitie van ‘gunst’ is: het vrijwillig verlenen van een dienst of goed aan iemand om iemand ter wille te zijn. Deze bemoediging is op grond van de belofte van God. Het is het aannemen van wat door de belofte beschikbaar is en dat tot aanzijn roepen in iemands leven of in een bepaalde situatie.
“Zeg tegen onbedachtzamen van hart (zij die bang zijn): Wees sterk, wees niet bevreesd!
Zie, uw God! … Dan zullen de ogen van de blinden worden opengedaan, de oren van de doven zullen worden geopend. Dan zal de kreupele springen als een hert, de tong van de stomme zal juichen. Want in de woestijn zullen wateren zich een weg banen en beken in de wildernis.” (Jes. 35:4-6).